Uyuni

22 oktober 2017 - Salar De Uyuni, Bolivia

Vandaag dus uitslapen..heerlijk…maar de nachtrust was niet helemaal super. Dus tegen de tijd dat ik op moest staan, had ik zo iets van ik wil nog wel even blijven liggen. We kunnen alles op ons dooie akkertje doen we worden immers pas om 1000 uur opgehaald.

Het lijkt wel uitgestorven in het hotel, dat overigens zwaar aan een renovatie toe is. De helft van de gang waar onze kamer zich bevindt, is al afgesloten en staat het meubilair in de gang. Dus wellicht dat men er toch mee bezig is. De ontbijtzaal en tevens restaurant is heeft smaak nog kraak, maar het ontbijt is verder goed verzorgd. We worden opgehaald met een of ander aftands Toyota busje en voor we met onze ogen kunnen knipperen liggen onze koffers op het dak en ook de backpack van David. Eea. wil men met een soort waslijntouwtje vastbinden. Dacht het niet. Na kort overleg met het kantoor, worden de koffers weer van het dak gehaald en bij het hotel in bewaring gegeven Na ons bezoek aan de mijn gaan we eea. ophalen.

We duiken de zondagse ochtendspits in. Potosí heeft een wirwar aan kleine smalle straatjes en men rijdt hier net als overal in Bolivia…als mafketels. Eerst gaan we naar een winkeltje waar de kompels hun benodigdheden kopen. Heel belangrijk zijn: cocabladeren, smaakmakers voor de cocabal die ze maken en sigaretten. Daarnaast natuurlijk springstof in de vorm van TNT met lont en overige benodigdheden voor het tot ontploffing brengen van de dynamietstaaf. Als we willen kunnen we wat TNT kopen. Geen probleem. Voor € 2.50 heb je ca 30 cm TNT. Tijdens de uitleg stopt de gids het lont in de dynamietstaaf. Het kan nu wel een erg explosief verhaal worden. Maar gelukkig gaat alles goed en overleven we het verhaal zonder kleerscheuren. Als ze de schaal wegzet, vraagt David meteen of ze het lont even uit de staaf wil verwijderen. We kopen nog wat frisdrank, cocabladeren en lollies. Dit voor de beheerder van de mijn en het kleine meisje dat ook bij de beheerder woont dan wel bij zijn vrouw die de boel daar ook wat beheert.

Dan gaan we naar de beroemde mijn waar men al sinds medio 1500 (edel)metaal wint. Op 4200 m hoogte hebben we een schitterend uitzicht over de stad. Je kunt je voorstellen dat de berg , die inmiddels qua hoogte al wat geslonken is, een grote gatenkaas is. Lijkt mij dat het alleen nog maar een kwestie van tijd is dat er het een en ander gaat instorten. We gaan om veiligheidsredenen ook niet even de mijn in. Vinden wij echt niet erg. Zilver is inmiddels niet meer het grootste deel wat er gewonnen wordt. Tegenwoordig is dat tin, lood, zink en koper. De kompels werken afhankelijk van wat ze winnen tot 36 uur. De cocabladeren, die ze in hun mond tot een bal van 300 bladeren vormen, dan wel het sap ervan helpen om wakker te blijven. De kompels worden betaald voor 2 mijnkarretjes, dus niet voor de uren die ze werken. Het kan zijn dat ze na 6 uur klaar hun karren vol hebben met voldoende opbrengst, maar het kan ook pas na 24 tot 36 uur zijn. Het leven van de kompel gaat niet echt over rozen en oud worden ze over het algemeen niet. David noemde iets van eind 30 / max 40 jaar. Het (bij)geloof is voor de kompels ook ding. In de mijn zit de Diabolo en die moet gunstig gestemd worden. Dat gebeurd met cocabladeren, sigaretten en alcohol. Hoe puurder de alcohol hoe puurder het metaal is dat de Pacha Mama (moeder aarde) geeft. Ook worden lama's geofferd en de ingang van de mijnen zijn dan ook besmeurd met lamabloed. Men hoopt zo dat de Diabolo het bloed van de lama's neemt en niet dat van de kompels. Overal ligt afval en afgedankte mijnkarren. Eigenlijk is het niet normaal wat voor een zooi de mensen ervan maken. Helaas ontbreekt het aan een goed afvalverwerkingssysteem dan wel ophaalsysteem.  Wel is het een walhalla voor urban photography. Helaas heb ik niet al te veel tijd.

Na het bezoek aan de mijn gaan we koffers ophalen bij het hotel en door naar het busstation. Het is echt niet te geloven hoe druk het is. En we gaan links, rechts, rechtdoor, met een bocht mee naar beneden om vervolgens weer naar boven te gaan. Ik ben in ieder geval blij dat ik niet hoef te rijden.

Op het busstation moeten we nog even wachten. Het is een mooie bus, brede en comfortabele stoelen. Het gaat allemaal op zijn Boliviaans: terwijl de mensen nog aan het instappen zijn, komt er een dame van het vervoerbedrijf om nog wat premie's te collecteren bij alle reizigers. De dame op zich is niet de slankste en het gangpad is niet echt breed, dus dat wordt wat lastig, maar ze zit bijna bij mij op schoot en beveelt de mensen achter haar om door te lopen. Daarnaast vliegen de verkopers van kranten, ijsjes en weet ik niet wat de bus in om hun handel kwijt te raken. De bus is min of meer al vertrokken wanneer hij weer moet stoppen om de laatste verkoopster naar buiten te laten.

De rit duurt 4 uur en verloopt op zich zonder issues. Er wordt zelfs een film vertoond. De landschap is redelijk afwisselend. Vlak bij Potosí zien we nog een afwateringsmeer van de mijn liggen. Net als het watertje bij de mijn, is de kleur niet zo gezond. David geeft aan dat men hier in de omgeving dan ook heel veel gezondheidsklachten heeft en dat de vrouwen tijdens hun zwangerschap problemen hebben dan wel dat er veel kinderen met een of ander syndroom geboren worden. In een lager gedeelte zien we heel veel lama's. Op een stuk zelfs zo ver als ons oog kon reiken. En de vergezichten in Bolivia zijn echt fenomenaal.

Zo'n rit is dan toch vermoeiend en ik heb geslapen in de bus. Dat blijkt wel wanneer ik zo langzaam maar zeker en steeds duidelijker een man een verhaal hoor afsteken waar je u tegen zegt. Ik weet niet wat hij aan het vertellen is, maar dat hij wat wil verkopen is wel duidelijk. Het is net Tell Sell, maar dan life. Ik begrijp dat het over een crème gaat en iets met collageen en zonnebescherming. Iedereen, behalve wij, krijgt een  doosje in zijn of haar handen gedrukt. Vervolgens geeft hij iedereen, behalve ons, een lik zalf om uit te smeren zodat je kunt voelen wat voor een super heerlijke en fantastische crème je koopt. En voor het geld hoef je het niet te laten. Want bij 6 of meer kopers dan is het potje slechts Bs 50 = € 6.00. En het werkt, want hij verkoopt meer dan 6 potjes. Naderhand vraag ik aan David hoe of wat en het blijkt een potje crème te zijn dat collageen en slakkenslijm bevat dat de huid dan weer herstelt. Enfin over naar de orde van de dag. Het duurt niet lang meer. Mijn flesje water is leeg en ik bedenk met net wat ik er mee moet doen, bij me houden om naderhand weg te gooien of boven in het bagagerek leggen, als ik de buurman een goed voorbeeld zie geven. Hij schuift het raam open en plop schuift zo zijn lege flesje naar buiten. Zo kom je natuurlijk ook wel van je afval af, of niet want het ligt nu op straat en daar blijft het wel liggen. Heel maf. David vertelt naderhand ook dat het probleem ook wel het ongeïnteresseerde van de mensen is en dat er geen orde is. Toen wij bijv. bij de bus stonden te wachten om in te stappen, werden we aan alle kanten voorbij gelopen van mensen die gewoon voorkruipen. Terwijl je vastgestelde zitplaatsen hebt.

Aangekomen in Uyuni gaan we eerst naar het kerkhof van de treinen. Net buiten de stad, beter gezegd stadje, liggen een aantal treinen en locomotieven te verroesten. Onze gids zegt al gekscherend: Rust in Peace :-).  In de tijd dat men hier mijnwinning had, had men de treinen nodig. Maar toen een en ander inzakte, was het goedkoper om de treinen achter te laten dan om ze naar een andere plek te verplaatsen. Vandaag de dag vormen deze gedumpte treinen een leuke trekpleister voor stelletjes die hier samen kunnen genieten van de rust, stilte en het uitzicht of fotografen want ook dit is weer een walhalla voor urban photography. Het licht is soms nog heel fel, maar ook heel mooi omdat de zon al flink aan het zakken is. Eigenlijk moet je hier wel een paar uur rond kunnen lopen, ondanks dat het qua grootte wel meevalt.

Voor we doorrijden naar het hotel, maken we een rondje in Uyuni. Hier hebben ze ook rotondes. Heel bijzonder. Ze zijn gemaakt van afval. Echt, midden op een kruising ligt gewoon een berg afval en men rijdt er gewoon om heen als ware het een rotonde. Het centrum is niet groot en ziet er op zich heel gezellig uit. Het barst er van de barretjes en restaurantjes waar je voornamelijk pasta en pizza kunt eten. David zei al dat de kwaliteit van het eten hier niet de beste is. Gelukkig eten wij in het hotel vanavond. We kuieren nog even over de zondagsmarkt. Veel spullen die men verkoopt heeft men middels contrabande verkregen. Ook hier dus garantie tot aan de drempel.

Wanneer we naar het hotel rijden, dat ca 20 km buiten het stadje ligt, is de zon net onder aan het gaan. Dit levert echt een hele mooie lucht op. Helaas zitten we in de auto en kunnen we geen foto's maken. Het is al donker wanneer we bij het hotel aankomen. Maar goed dat we een 4 WD hebben want die hebben we echt nodig op het laatste stuk naar het hotel. Het hotel is best bijzonder. Het is helemaal opgetrokken uit zout en als je binnenkomt, loop je ook echt op zout. Net zoals je bij ons op kiezels zou lopen, loop je hier op zout. Ook de tafels in het restaurant en de bedden waar we op liggen zijn gemaakt van zout. Heel bijzonder. Tijdens het inchecken, zien we dat er een voetbalwedstrijd wordt uitgezonden. Het blijkt de samenvatting Feyenoord-Ajax te zijn. De verslaggever is super enthousiast wanneer er gescoord wordt. Ik dacht echt even hij blijft er inhangen toen hij riep GOOOOOOOOOOOOOOOOOOOAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAALLLLLLL.

Nadat we de spullen op de kamer hebben gezet, gaan we meteen eten. Het buffet is heerlijk. Ben benieuwd naar het uitzicht morgenvroeg omdat ons hotel al aan de zoutvlakte gelegen is.

En morgen is het weer uitslapen. We worden weer pas om 1000 uur opgehaald. Heerlijk…..

Foto’s

2 Reacties

  1. Joyce Schilperoort:
    23 oktober 2017
    Zo heb jullie al de hele tijd gevolgd, wat een belevenissen en wat een reis! Jullie hebben straks 2 weken nodig om alle indrukken te verwerken! Groetjes
  2. Lidy:
    23 oktober 2017
    Tjonge, een heel andere wereld! Geniet ervan!!