Via de Bromovulkaan naar Kalibaru

13 september 2023 - Kalibaru, Indonesië

Gisteravond hebben we rond 2000 uur het licht uitgedaan. Marco heeft nog wat gelezen, maar ik niet meer. Gelukkig zijn we allebei vrij snel in slaap gevallen. Een uur of wat voor de wekker af zou gaan word ik wakker en kan ik helaas écht blijven liggen. Dan maar even snel een rondje en toch nog maar proberen om dat laatste uurtje nog mee te pikken. Dat gaat dan voor je gevoel altijd sneller voorbij dan je in gedachten hebt.

We staan snel op, frissen ons op en pakken onze koffers in. 0130/0140 uur zijn we klaar. Voor alle zekerheid hadden we voor 0115 uur een wake-up call aangevraagd, maar daarvoor moeten ze nu nog bellen. Of ze hebben wellicht een verkeerd kamernummer opgeschreven, dat kan ook nog ;-). Ook al moeten we nog een 1/2 uur of zo wachten weg gaan toch maar vast naar beneden, Eric is toch meestal vroeger. Bij de receptie checken we uit en nemen onze ontbijtboxen in ontvangst. Ben benieuwd wat er in zit want het is best een gewicht wat we mee krijgen.  De temperatuur op dit hele vroege tijdstip is erg aangenaam en de rust haast sereen. Tot er een of andere opgevoerde brommer voorbijkomt met een hoop kabaal.

Het is inmiddels iets na 0200 uur en Eric is er nog niet. Hij had ook 0215 uur gezegd. Dan komt Slamat - de chauf om de hoek. Ik zwaai naar hem en hij zwaait lachend terug, loopt snel terug naar de auto en komt vervolgens de hoek om gereden. Eric komt op zijn dode akkertje aangesloft. Hij ziet eruit als een foute Indo gangsta met zijn hoody over zijn pet getrokken en slobberbroek aan. Wat is het toch een menneke.
Wat bleek hij zat al vanaf 1200 uur bij het koffietentje naast ons hotel. Waarom is een verhaal apart…hij had geestverschijning en nu had Slamat de geest ook gezien toen hij gisteravond een paar keer uit hun kamer in het guest house waar zij verbleven uit was gelopen. Daarvan was hij zo geschrokken dat hij had geroepen we moeten nu maar gaan en niet nog langer wachten. Vandaar dat ze al ca 2 uur bij ons hotel buiten stonden te wachten en geen oog meer dicht hebben gedaan. Fantastisch, ik moet altijd wel lachen met zo'n verhaal.

De bagage is snel ingeladen en dan gaan we op weg. Dit keer hoeven we ons niet in het verkeer te storten, want er is haast letterlijk geen kip op de weg. Wat wel opvalt is dat er toch veel eetstalletjes open zijn om deze tijd en om de zoveel meter zien we wel een of meer mensen zitten. Via de snelweg rijden we naar Sukapura - de reistijd bedraagt ca 2 uur. Veel hebben we niet van de reis meegekregen want we hebben in de auto nog even gedut.

Wanneer we net in Sukapura zijn aangekomen maakt Eric ons wakker. Het is nog steeds donker. Even rijdt onze chauf te ver door en moeten we keren. Gezien het minder goede wegdek en ook de dat de weg zo nu en dan erg steil is, stappen we over op een jeep. Onze spullen kunnen gewoon in de auto blijven.
Iets na vieren zijn we onderweg naar het uitzichtpunt Seruni Point Bromo vanaf waar we de Bromo vulkaan kunnen bezichtigen. Helaas is deze door de brand die er al een week woedt nog steeds niet open voor publiek. Altijd fijn van die feestjes waarbij men een kampvuur maakt om het vervolgens maar gewoon achter te laten zonder het fatsoenlijk uit te maken. Als gezegd de weg naar boven is vrij steil en dat niet alleen, het is ook erg bochtig. Onze chauf heeft er flink de vaart in zitten. Gelukkig zitten we maar met zijn tweetjes in de jeep. Er comfortabel is het niet. En dan te bedenken dat men hier met 4 personen achterin kan zitten. Dan zit je helemaal krap.

Aan de horizon begint zich langzaamaan een rode streep te vormen die zich steeds meer tot een mooie rode gloed ontwikkeld. Over de vallei ligt een mystieke wolkendeken. Als je denkt dat iedereen nog in bed ligt, vergis je je toch. De dorpjes die we passeren zijn al heel levendig en niet alleen met bezoekers voor de Bromo. Eenmaal boven aangekomen, dan wel bijna boven,(het is inmiddels 0430 uur geweest) worden we tegengehouden. Aan weerskanten van de weg staan jeeps geparkeerd en even verderop blokkeert een jeep de doorgang. We kunnen niet verder. Dit blijkt een actie te zijn van de lokale bewoners. Men hoopt zo dat de wanneer de toeristen zien dat ze niet door kunnen en een stuk moeten lopen ze er dan voor kiezen om een brommertje te huren. Dus dan betaal je al voor de jeep die je naar boven brengt althans dat is dan de bedoeling én betaal natuurlijk ook nog es voor het brommertje. Dat is dan jammer, deze toeristen kiezen ervoor om te gaan lopen wat ook Eric zijn idee was. Hij is het met de hele gang van zaken niet eens, maar ja wat doe je ertegen. Voordeel is wel dat we onze ochtendgymnastiek ook weer even meepikken.

Men had ons gewaarschuwd dat het koud zou zijn, voor Indonesische begrippen zal het dat ook echt wel zijn. Eric heeft nog een extra deken om zijn hoody heen geslagen, maar voor ons is het heerlijk. Ja het is frisser en we hebben onze fleece en wandeljas aan en ook onze wandelbroek, maar niet meer dan dat. Daarbij van het naar boven lopen word je vanzelf ook een beetje warm :-). Als we stuk hoger komen krijgen we de vraag of we met een paardje naar boven willen. Dan gaan jullie helemaal daar naar boven wijst de meneer ons aan. Los van het feit dat de paardjes er goed uitzien, hoeven wij het niet op een paardje we lopen wel. Het hele klimmetje valt uiteindelijk best mee qua afstand. Het zal een kleine kilometer zijn geweest, misschien iets meer.

Inmiddels is het verder gaan schemeren en breekt het ochtendgloren langzaam maar gestaag door. In de verte zien de rookwolken - de rookwolk die uit de Bromo constant omhoogstijgt en de rooksluier van de branden. De branden zelf zien we niet. We hebben een mooi uitzicht op de vulkaan. Op een gegeven moment zie je hem heel duidelijk liggen. Even zie ik de 'verkeerde vulkaan' voor de Bromo aan. Het is niet de kegelvormige heuvel die opvallend in het landschap staat – wat de uitgedoofde Batok vulkaan is -, maar de grote cirkel links daarvan waar de rook uitkomt. Bij het uitzichtpunt staat een uitkijktoren, vanaf hier hebben we een tijdje naar de Bromo gekeken en foto's gemaakt. We hadden nog wel hoger gekund - wat qua lopen betreft niet zo super te doen was geweest -, maar het uitzicht blijft min of meer hetzelfde. In de achtergrond van de Bromo en Batok ligt de Semeru vulkaan en daar zien we ook nog even een kleine zwarte rookpluim omhoog komen. Het is niet zo zeer de hoogte van de Bromo die deze vulkaan zo bijzonder maakt (slechts 2329m hoog) maar wel de ligging. De Bromo ligt samen met de Semeru en Batok in een zandzee van 8 bij 10 km - ook wel kaldera genaamd die savanne-achtig aandoet-  en hij maakt deel uit van het Tenggermassief

Normaliter zouden we aan een andere kant staan en dan hadden we een veel mooier zicht op de zonsopkomst en vanaf daar zouden we dan de kaldera in zijn gereden om vervolgens de Bromo te beklimmen zodat we vanaf de kraterrand zo de krater in konden kijken. Maar helaas is dat dus niet mogelijk. Uiteindelijk hebben we de vulkaan alsnog van een afstand kunnen bewonderen. Zo nu en dan komen de eerste zonnestralen van de dag door en werpen zo een heel mooi licht op de vulkaan.

Tegen half 6 lopen we weer naar beneden naar onze jeep. Nu de zon eenmaal is opgekomen zal het qua uitzicht niet veel meer anders worden dan het al is. Even zijn we de chauf van de jeep kwijt, die blijkt in de jeep een dutje te doen. Nadat hij weer in de goede rijrichting staat rijden we naar beneden. Had hij op de heenweg nog de vlam flink in de pijp, nu is het een ander verhaal en rijdt hij wat rustiger. Op sommige stukken wordt hij ook verblind door de zon wellicht dat dat ook de reden van zijn rustiger rijgedrag kan zijn.
Terug bij de auto pakken we onze ontbijtboxen en gaan op het naburig gelegen terrasje zitten. Net als we de boxen open hebben gaat het winkeltje open. Eric besteld thee voor ons. De ontbijtbox is op zich goed verzorgd: flesje jus, flesje water, jam, boter, plakje kaas, 2 boterhammetjes, iets van een bladerdeeg hapje, een sinaasappeltje en een bakje met een omelet wat aardappeltjes, 2 kip- en 2 runderontbijtworstjes voorzien van 2 zakjes saus - pittig en ketchup. Oh ja het is met je handjes eten. We krijgen niet alles op, dit verzamelen we in een box en geven dat aan de chauf. Zodra we onze thee, wat overigens een ontzettend lekker glas thee was, op hebben vertrekken we richting Kalibaru.

Het eerst stuk van de route hebben we gemist, maar als we dan toch niet meer kunnen slapen zien we een mooi en druk landshap aan ons voorbij glijden. Wel lijkt het hier in dit deel van Java meer open te zijn in de zin van iets minder bebouwing. We passeren veel akkertjes en rijstvelden. Hier zien we zo nu en dan echt die terrassen in de rijstvelden, heel erg mooi. In de dorpjes en kleine stadjes is het dan ineens weer een stuk drukker. In een van de dorpen komen we op een kruising uit waarbij wet het verkeer alleen in een stroom van auto's en brommertjes van links naar rechts en omgekeerd zien bewegen. Zie daar maar es tussen te komen. Nou lang heeft dat niet geduurd, met een minuut of wat werden we in de stroom opgenomen en ook nog es in de juiste richting. Het is gewoon langzaam maar zeker je plek opeisen.

Bij een tankstation houden we even een plaspauze. Het is inmiddels 1040 uur en het is al lekker warm. Het blijkt vanaf daar nog een uur rijden te zijn. We moeten nog een berg op en aan de andere kant eraf, dan zijn we er.
Vanaf de berg hebben we ook weer een paar keer een schitterend uitzicht over de vallei. En inderdaad een klein uurtje later zijn we in Kalibaru. Omdat we toch nog niet kunnen inchecken, stelt Eric voor om bij een plantage te stoppen. De eigenaar spreekt Nederlands en kan ons van alles over de Goela Djawa (palmsuiker), koffie, cacao en diverse andere kruiden vertellen. We worden hartelijk welkom geheten en krijgen een van bladeren gemaakte broche opgespeld. De eigenaar spreekt inderdaad heel goed Nederlands en de komende 2 uur is hij onze gids. Hij legt ons haarfijn uit hoe de palmsuiker wordt gemaakt, hoe de cacaobonen worden verwerkt en welke kruiden er zijn.

De palmsuiker is een vrij arbeidsintensief verhaal en 10 liter Palmvocht uit de palmbloemen levert 1 kg suiker op. De palmsuiker smaakt heerlijk. Er zit een haast zoete karamelachtige smaak aan. Er blijken dus 2 soorten cacao te zijn: groene bonen en rode. De groene bonen bevatten minder smaak en worden verwerkt tot witte chocolade. De rode bonen hebben meer smaak en worden verwerkt tot bruine chocolade. Wij krijgen wat bruin cacaopoeder met goela djawa om te proeven. Erg lekker.
Er blijken 3 soorten koffieplanten in Indonesië te groeien: de Arabica - wat de beste soort is - en Robusta zijn bij ons bekend, maar de 3e koffiesoort – de Liberica - wordt alleen in Indonesië gedronken. Het blijkt dat deze niet zo sterk is en wij in Europa houden van een lekker sterk bakkie. Alleen de Arabica en Robusta worden dus geëxporteerd.

Tijdens onze tour door deze prachtige en idyllische plantage krijgen we een verse kokosnoot aangeboden met kokoswater. Ook krijgen we verse stukjes vruchtvlees met goela djawa om te snacken. Wat een heerlijke verwennerij. Dan klimt een van de medewerkers letter hoog de boom in om sap van de palmbloem te tappen waar de suiker van gemaakt wordt. Het sap smaakt al erg zoet. We vervolgen onze rondleiding, de plantage staat echt vol met palmbomen, peperstruiken (waar we nog even bij stil staan en hij ons uitlegt hoe de peper groeit en wat het verschil is tussen de witte & zwarte peperkorrel), mooie planten (die bij ons in NL in potjes voor in de huiskamer worden verkocht) prachtige bloemen, kruiden, koffie- en cacaoplanten. Ook hebben ze hier de vanille-orchidee. Deze is helaas wat minder goed van kwaliteit omdat het Java nogal lastige grond blijkt te hebben om deze orchidee te laten groeien. De beste vanille komt uiteindelijk uit Madagaskar. Bij de cacaoplant zien we de diverse stadia van de peulen waarin uiteindelijk de cacaobonen zitten. Ook staan we nog even stil bij de noodmuskaatboom.

Via de rijstvelden komen we uiteindelijk weer terug bij ons startpunt. Hier krijgen we koffie, thee met wat lekkers aangeboden en dat lekkers is een cup cakeje en een stukje pisang goreng. Uiteraard kunnen we ook diverse kruiden, koffiebonen en nog wat andere souvenirs kopen.  We kiezen voor een paar zakjes goela djawa. Deze is op Bali ook verkrijgbaar, maar daar heet hij dus goela bali…hoe verrassend.
Het is tegen 1315 uur wanneer richting hotel gaan. Eric vraagt aan ons wat willen doen voor de lunch: bij een resto te gaan lunchen of willen we naar het hotel. Aangezien we net gesnackt hebben en we dichtbij het hotel zijn, kiezen we ervoor om naar het hotel te gaan. Daar aangekomen nemen we afscheid van Eric en Slamat die nu weer aan hun reis terug naar Yogya beginnen waar ze naar verwachting morgenvroeg aan zullen komen en Eric meteen door kan naar een volgende groep gasten.

Het hotel is kleinschalig - er zijn maar 4 kamers - en wij hebben de master bedroom. Hier verblijven de Nederlandse eigenaren wanneer ze hier zijn. En wat blijkt, ze zijn nog niet zo lang geleden hier aangekomen en slapen nu tijdelijk in het kantoor. Het is voor hun nu weer de eerste keer in 4 jaar tijd dat ze hier zijn i.v.m. COVID. Al die tijd heeft Aris, hun bedrijfsleider hier, het hotel netjes onderhouden en bijgehouden. De vrouw van Aris kookt en vanavond staat er bak mie goreng met saté ayam op het menu. De kamer is echt heel mooi en ruim. Wanneer we de koffers hebben opengegooid komen we nog even met de eigenaren op het terras terecht. Daarna ploffen we even lekker aan het zwembad. Maar eerst krijgen we nog een kopje thee van het huis aangeboden, dat we in het zitje voor ons kamer opdrinken. Het is wat bewolkt, maar de temperatuur is nog steeds eg aangenaam. Het water in het zwembad is heerlijk.

Voor we ons gaan douchen en opfrissen pakken we een tas in met het hoognodige wat we morgen nodig hebben wanneer we naar Sukamade gaan. Ook weer een lange reis, maar zeer zeker de moeite waard wat ook nog eens door de eigenaren van ons hotel wordt bevestigd. We gaan dan naar het Meru Betiri Nationaal Park waar we hopelijk schildpadden gaan zien. En of we die gaan zien, zul je pas over een paar dagen te weten komen want de komende dagen zijn we offline.

Foto’s